Capaciteit
Het protocol gaat uit van de ‘anderhalvemeter’ tussen bezoekers. Vanaf 1 juli geldt geen maximum meer. Het is verplicht te werken met een reserveringssysteem, vaste zitplaatsen en gezondheidscheck vooraf. De anderhalve meter afstand is bepalend voor het maximum aantal personen in uw bijeenkomsten. Het gebruiksplan van een gemeente is maatwerk. Het is afhankelijk van het soort activiteit en de inrichting van het kerkgebouw.
Gebruik kerkzaal
Uitgangspunten bij het inrichten en gebruik van de kerkzaal zijn:
- Tussen kerkgangers dient anderhalve meter afstand gewaarborgd te worden.
- Huisgenoten mogen bij elkaar zitten. Onder een huishouden verstaat het RIVM echtgenoten, geregistreerde partners of andere levensgezellen en ouders, grootouders en kinderen, voor zover zij op één adres wonen. Woongroepen, tehuizen en studentenhuizen vormen dus niet één huishouden.
- Voor iedere kerkganger dient helder te zijn waar hij/zij kan zitten. Iedereen krijgt een vaste zitplaats. Geef dit duidelijk aan.
- Alle betrokkenen in de eredienst (predikanten, lectoren, ouderlingen, muzikanten, kosters, enz.) dienen ook tijdens de dienst de anderhalve meter afstand te bewaren.
- Bij het gebruik van bovengalerijen dienen de zitplaatsen in ieder geval op anderhalve meter afstand te zijn van de (voor)zijde van de galerij die uitziet op de kerkzaal, zodat kerkgangers hieronder een veilige zitplaats kunnen bezetten;
- Neem bij voorkeur de preekstoel/lessenaar af als een andere persoon deze gebruikt tijdens de eredienst;
- Beschrijf in het gebruiksplan de procedure voor het betreden en verlaten van het kerkgebouw. Laat de procedure uitvoeren door de daarvoor aangewezen coördinator. Geef bijvoorbeeld aan welke rij als eerste de kerkzaal kan verlaten, zo mogelijk via verschillende uitgangen. Vermijd elkaar kruisende stromen bij het inkomen/verlaten van de kerk en toiletten.
In- en uitgang van het kerkgebouw
Geef duidelijk aan welke ingangen, welke looproutes en welke uitgangen worden gebruikt. Zorg voor desinfecterende middelen bij ingang en bij toiletten. Denk na over het al dan niet gebruiken van garderobes.
Koffiedrinken en ontmoeting na afloop
Gelet op de voorschriften van het RIVM is het dringende advies dit achterwege te laten.
Gebruik overige ruimtes in en rondom kerkgebouwen
In het gebruiksplan dienen ook alle overige ruimtes in en rond het kerkgebouw te worden opgenomen. Ook voor het gebruik van deze ruimtes zijn de voorschriften van het RIVM van toepassing. Overweeg om niet-gebruikte ruimtes af te sluiten.
Hygiëne / reinigen
Besteed in het gebruiksplan afzonderlijke aandacht aan hygiëne en veiligheid: stel een reinigingsplan op voor het kerkgebouw en de nevenruimtes (door wie, hoe vaak). Bijzondere aandacht is noodzakelijk voor voldoende ventilatie en voor keukens en sanitaire voorzieningen. Wat betreft het reinigen van het kerkgebouw/de kerkzaal is het belangrijk dat wordt vastgelegd hoe de kerkzaal wordt gereinigd. Denk aan afnemen van stoelen / banken, deurklinken, preekstoel/lessenaar, microfoons, enz.
Gebruik toiletten
Het bezoek aan het toilet in de kerk moet tot een minimum beperkt worden. Toiletten dienen na afloop van iedere kerkdienst te worden schoonmaakt. Zorg voor extra reinigingsmiddelen zoals hygiënedoekjes die bezoekers kunnen gebruiken voor deurklinken en toiletbrillen.